Een cultuurgerichte prenatale co-ouderinterventie: resultaten van een gerandomiseerde gecontroleerde trial met ongehuwde Afrikaans-Amerikaanse ouders

Samenvatting In deze studie is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van een prenatale interventie ter bevordering van een gezonde co-ouderrelatie voor ongehuwde moeders en vaders met een laag inkomen die hun eerste kind verwachten. Aan deze studie namen 180 moeder-vader dyades van Afrikaans-Amerikaanse en gemengde afkomst deel. De dyades zijn random toegewezen aan de controlegroep van de gebruikelijke behandeling (TAU) (doorverwijzing en hulp bij het vinden van bestaande hulpverlening) of aan de behandelgroep (TAU en zes dyadische Focused Coparenting Consultation [FCC] sessies). 71 % van de dyades die hebben deelgenomen aan de prenatale beginmeting heeft ook meegewerkt aan de follow-upmeting drie maanden na de bevalling. De moeders én de vaders hebben vragenlijsten ingevuld over co-ouderschap, betrokkenheid van de vader, fysiek en psychisch partnergeweld en symptomen van depressie. Uit de intent-to-treat-analyses blijkt dat (a) de moeders in de interventiegroep drie maanden na de bevalling positiever zijn over de co-oudercommunicatie dan de moeders uit de controlegroep, (b) de vaders in de interventiegroep volgens de moeders significant meer tijd met hun kind doorbrengen dan de vaders in de controlegroep, (c) de ouders in de interventiegroep een significante afname laten zien van psychisch partnergeweld, in tegenstelling tot de ouders in de controlegeroep en dat (d) zowel moeders als vaders in beide groepen een afname van symptomen van depressie laten zien. Deze bevindingen wijzen erop dat de FCC-interventie tijdens de overgang naar het ouderschap bescheiden maar belangrijke voordelen heeft voor ongehuwde Afrikaans-Amerikaanse co-ouders met een laag inkomen.